Deze faienceplaat bestaat uit twee verschillende onderdelen. Het centrale gedeelte met een degradé van blauwe en witte kleuren en de brede rand eromheen die polychroom is. Deze combinatie was in de 18e eeuw gebruikelijk in Lille. Maar het motief van de rand met de afbeelding van een hoorn des overvloeds is eerder kenmerkend voor de faience werken van Rouen.
In het centrale gedeelte zijn twee mannen met hoofdtooien van bloemen afgebeeld die de terugkeer van de lente vieren. Dit kreeg de bijnaam "de plaat met de toverfluit" als verwijzing naar het gezongen stuk van Mozart, aangezien het linkerpersonage fluit speelt.
Als we verder kijken, zien we dat de lijn van de tekening brozer en minder trefzeker dan de personages in het midden lijkt te zijn. Het zou dus kunnen dat het werk in Lille werd vervaardigd en dat de schilder voor de rand een model van Rouen heeft gebruikt, die hij op onbeholpen wijze heeft nagebootst…
Deze plaat hoorde oorspronkelijk bij een set van drie voorwerpen. De twee andere onderdelen beeldden de zomer en de herfst uit. Gelukkigerwijze kreeg het museum in 2016 twee faienceplaten uit Lille geschonken die uit dezelfde reeks afkomstig zijn.
Vandaag de dag weten we met zekerheid uit welke fabriek de platen afkomstig zijn! De Masquelierfabriek in Lille heeft inderdaad platen met grote afmetingen, zoals deze, geproduceerd. Daarnaast was deze fabriek ook gespecialiseerd in blauwe en witte tegels! Er zijn trouwens andere voorbeelden van hun productie te zien in de keuken van het Hospice Comtesse in het oude stadsgedeelte van Lille, dat vandaag de dag een museum is.
Inventarisnr. : C. 2519
Detail: In de 18e eeuw waren de dwarsfluiten van hout. Daarom horen fluiten nu nog steeds tot de houtinstrumenten, hoewel deze vandaag de dag van nieuwzilver, dat een metaal is, worden gemaakt.
Deze faienceplaat bestaat uit twee verschillende onderdelen. Het centrale gedeelte met een degradé van blauwe en witte kleuren en de brede rand eromheen die polychroom is. Deze combinatie was in de 18e eeuw gebruikelijk in Lille. Maar het motief van de rand met de afbeelding van een hoorn des overvloeds is eerder kenmerkend voor de faience werken van Rouen.
In het centrale gedeelte zijn twee mannen met hoofdtooien van bloemen afgebeeld die de terugkeer van de lente vieren. Dit kreeg de bijnaam "de plaat met de toverfluit" als verwijzing naar het gezongen stuk van Mozart, aangezien het linkerpersonage fluit speelt.
Als we verder kijken, zien we dat de lijn van de tekening brozer en minder trefzeker dan de personages in het midden lijkt te zijn. Het zou dus kunnen dat het werk in Lille werd vervaardigd en dat de schilder voor de rand een model van Rouen heeft gebruikt, die hij op onbeholpen wijze heeft nagebootst…
Deze plaat hoorde oorspronkelijk bij een set van drie voorwerpen. De twee andere onderdelen beeldden de zomer en de herfst uit. Gelukkigerwijze kreeg het museum in 2016 twee faienceplaten uit Lille geschonken die uit dezelfde reeks afkomstig zijn.
Vandaag de dag weten we met zekerheid uit welke fabriek de platen afkomstig zijn! De Masquelierfabriek in Lille heeft inderdaad platen met grote afmetingen, zoals deze, geproduceerd. Daarnaast was deze fabriek ook gespecialiseerd in blauwe en witte tegels! Er zijn trouwens andere voorbeelden van hun productie te zien in de keuken van het Hospice Comtesse in het oude stadsgedeelte van Lille, dat vandaag de dag een museum is.
Inventarisnr. : C. 2519
Detail: In de 18e eeuw waren de dwarsfluiten van hout. Daarom horen fluiten nu nog steeds tot de houtinstrumenten, hoewel deze vandaag de dag van nieuwzilver, dat een metaal is, worden gemaakt.