Een edelvrouw en haar dienstbode zitten naast elkaar. De eerste houdt een klein voorwerp in haar handen. Dit is waarschijnlijk een portret van zichzelf, van toen ze een jong meisje was. De tweede houdt haar naar het lijkt een spiegel voor. Daarop kunnen we het Spaanse opschrift "Qué tal?" lezen. "Hoe gaat het?" betekent dit. De toon is gezet. Goya drijft de spot met deze vrouwen door hen te vragen hoe het met ze gaat, terwijl het duidelijk is dat ze op de drempel van de dood staan! De een heeft een tandeloze mond, de ander ingevallen ogen. Ze lijken al op skeletten, ondanks hun mooie toilet!
Dit soort schilderij heet een Vanitasschilderij. Het is een afbeelding die de beschouwer eraan wil herinneren dat jeugd van voorbijgaande aard is.
Wat nog verbazender is, is dat er een derde personage is, dat op het punt staat om met een bezem te slaan. Dit is Chronos, de god van de Tijd. En wat gaat er gebeuren? Ze zouden tot stof kunnen uiteenvallen omdat ze al zo oud zijn!
Uit de pijl die de edelvrouw draagt, blijkt dat zij Maria-Luisa, de koningin van Spanje, is. Op het portret dat Goya enkele jaren eerder van haar maakte - in een stijl die op meer consensus berust - staat ze met ditzelfde sieraad.
Dit werk heeft een onwaarschijnlijke geschiedenis. Het werd in 1836 door koning Lodewijk Philips gekocht om in de Spaanse galerie, de "Galerie Espagnol", van het Louvre te worden gehangen! Toen de vorst naar Engeland werd verbannen, nam hij zijn collectie mee. Deze werd later verkocht aan een verzamelaar. Vervolgens werd het schilderij overgenomen door het museum in Lille, in 1874. Het opschrift "X 23", rechts onderaan op het schilderij, werd er door Xavier Goya, zoon van de kunstenaar, opgezet. Hij nummerde op deze wijze meerdere werken van zijn vader.
Inv. P.50
Een edelvrouw en haar dienstbode zitten naast elkaar. De eerste houdt een klein voorwerp in haar handen. Dit is waarschijnlijk een portret van zichzelf, van toen ze een jong meisje was. De tweede houdt haar naar het lijkt een spiegel voor. Daarop kunnen we het Spaanse opschrift "Qué tal?" lezen. "Hoe gaat het?" betekent dit. De toon is gezet. Goya drijft de spot met deze vrouwen door hen te vragen hoe het met ze gaat, terwijl het duidelijk is dat ze op de drempel van de dood staan! De een heeft een tandeloze mond, de ander ingevallen ogen. Ze lijken al op skeletten, ondanks hun mooie toilet!
Dit soort schilderij heet een Vanitasschilderij. Het is een afbeelding die de beschouwer eraan wil herinneren dat jeugd van voorbijgaande aard is.
Wat nog verbazender is, is dat er een derde personage is, dat op het punt staat om met een bezem te slaan. Dit is Chronos, de god van de Tijd. En wat gaat er gebeuren? Ze zouden tot stof kunnen uiteenvallen omdat ze al zo oud zijn!
Uit de pijl die de edelvrouw draagt, blijkt dat zij Maria-Luisa, de koningin van Spanje, is. Op het portret dat Goya enkele jaren eerder van haar maakte - in een stijl die op meer consensus berust - staat ze met ditzelfde sieraad.
Dit werk heeft een onwaarschijnlijke geschiedenis. Het werd in 1836 door koning Lodewijk Philips gekocht om in de Spaanse galerie, de "Galerie Espagnol", van het Louvre te worden gehangen! Toen de vorst naar Engeland werd verbannen, nam hij zijn collectie mee. Deze werd later verkocht aan een verzamelaar. Vervolgens werd het schilderij overgenomen door het museum in Lille, in 1874. Het opschrift "X 23", rechts onderaan op het schilderij, werd er door Xavier Goya, zoon van de kunstenaar, opgezet. Hij nummerde op deze wijze meerdere werken van zijn vader.
Inv. P.50