Deze nokversiering bestaat uit verschillende elementen die op een metalen as zijn bevestigd, die op zijn beurt aan een nokpan was bevestigd, die hier verdwenen is. De cilindrische basis is versierd met vier handvatten en ondersteunt een vierkant platform. Het centrale deel heeft een ovale blauwe vorm die doet denken aan een vaas of een struisvogelei. Twee handvatten en twee gekroonde engelenhoofdjes sieren het oppervlak. De top bestaat uit een boeket bloemen, dat dienst doet als nest voor een adelaar.
Deze weelderige korenhal is voor de eigenaar van het huis of kasteel dat hij siert een teken van zijn rijkdom. Het is een markering die van veraf zichtbaar is in het landschap.
Vanaf de 13e eeuw komen er nokornelen voor, maar de eerste zijn van lood. Pas in de 16e eeuw verschijnen er meer decoratieve vormen in keramiek, zoals deze. Het Pays d'Auge, en meer bepaald de dorpen Manerbe en Pré d'Auge, hebben zich hierin gespecialiseerd. De windwijzers uit deze regio zijn gemaakt van terracotta. Op deze klei wordt een transparante glazuurlaag – of email – op basis van lood aangebracht, die het stuk zijn glans geeft.
De kleuren worden verkregen door toevoeging van metaaloxiden, die tijdens het bakken verkleuren: blauw wordt verkregen door oxidatie van kobalt, groen door oxidatie van koper, geel door oxidatie van ijzer...
Extra info: In de regio Sars-Poteries (Noord-Frankrijk) wordt de traditie van de nokversieringen in ere gehouden. Deze versieringen zijn kleiner en worden gemaakt van glas, omdat de bodem in deze streek rijk is aan silica, een grondstof die nodig is voor de productie van dit materiaal.
Deze nokversiering bestaat uit verschillende elementen die op een metalen as zijn bevestigd, die op zijn beurt aan een nokpan was bevestigd, die hier verdwenen is. De cilindrische basis is versierd met vier handvatten en ondersteunt een vierkant platform. Het centrale deel heeft een ovale blauwe vorm die doet denken aan een vaas of een struisvogelei. Twee handvatten en twee gekroonde engelenhoofdjes sieren het oppervlak. De top bestaat uit een boeket bloemen, dat dienst doet als nest voor een adelaar.
Deze weelderige korenhal is voor de eigenaar van het huis of kasteel dat hij siert een teken van zijn rijkdom. Het is een markering die van veraf zichtbaar is in het landschap.
Vanaf de 13e eeuw komen er nokornelen voor, maar de eerste zijn van lood. Pas in de 16e eeuw verschijnen er meer decoratieve vormen in keramiek, zoals deze. Het Pays d'Auge, en meer bepaald de dorpen Manerbe en Pré d'Auge, hebben zich hierin gespecialiseerd. De windwijzers uit deze regio zijn gemaakt van terracotta. Op deze klei wordt een transparante glazuurlaag – of email – op basis van lood aangebracht, die het stuk zijn glans geeft.
De kleuren worden verkregen door toevoeging van metaaloxiden, die tijdens het bakken verkleuren: blauw wordt verkregen door oxidatie van kobalt, groen door oxidatie van koper, geel door oxidatie van ijzer...
Extra info: In de regio Sars-Poteries (Noord-Frankrijk) wordt de traditie van de nokversieringen in ere gehouden. Deze versieringen zijn kleiner en worden gemaakt van glas, omdat de bodem in deze streek rijk is aan silica, een grondstof die nodig is voor de productie van dit materiaal.